Indisposé en néerlandais
Traduction: indisposé, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
onwel, aangestoken, wormstekig, wrak, wormig, gammel, bouwvallig, ongesteld, onpasselijk, verhinderd, verhinderd is, verhindering
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): indisposé
indisposé 2 fois dans le mois, indisposé antonymes, indisposé depuis 3 semaines, indisposé deux fois dans le mois, indisposé définition, indisposé dictionnaire de langue néerlandais, indisposé en néerlandais
Traductions
- indisposer en néerlandais - bedremmeld, verwarring, beduusd, beteuterd, ongunstig stemmen tegenover, ongunstig stemmen
- indisposition en néerlandais - misselijkheid, aandoening, ziekte, kwaal, ongesteldheid, verhindering, onwel, ...
- indissoluble en néerlandais - onverbrekelijk, onverbreekbaar, onoplosbaar, onlosmakelijk, onverbrekelijke
- indissolublement en néerlandais - onlosmakelijk, onverbrekelijk, onlosmakelijk met elkaar, onlosmakelijk met, onafscheidelijk
Mots aléatoires
Indisposé en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: onwel, aangestoken, wormstekig, wrak, wormig, gammel, bouwvallig, ongesteld, onpasselijk, verhinderd, verhinderd is, verhindering
Traductions: onwel, aangestoken, wormstekig, wrak, wormig, gammel, bouwvallig, ongesteld, onpasselijk, verhinderd, verhinderd is, verhindering