Infatigable en néerlandais
Traduction: infatigable, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
werkzaam, ijverig, arbeidzaam, naarstig, vlijtig, nijver, onvermoeibaar, onvermoeid, onvermoeibare, aflatende
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): infatigable
infatigable antonymes, infatigable briennon, infatigable dofus, infatigable dragodinde, infatigable définition, infatigable dictionnaire de langue néerlandais, infatigable en néerlandais
Traductions
- infantile en néerlandais - kinderlijk, kinderachtig, kinderen, infantiele, infantiel
- infarctus en néerlandais - infarct, infarctgrootte, het infarct, hartinfarct
- infatuation en néerlandais - verzotheid, verdwaasdheid, verliefdheid, bevlieging
- infect en néerlandais - snood, afgrijselijk, slecht, rot, onaangenaam, stuitend, weerzinwekkend, ...
Mots aléatoires
Infatigable en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: werkzaam, ijverig, arbeidzaam, naarstig, vlijtig, nijver, onvermoeibaar, onvermoeid, onvermoeibare, aflatende
Traductions: werkzaam, ijverig, arbeidzaam, naarstig, vlijtig, nijver, onvermoeibaar, onvermoeid, onvermoeibare, aflatende