Insuffler en néerlandais
Traduction: insuffler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
influisteren, suggereren, aangeven, aanwijzen, aanduiden, opperen, aftrekken, laten trekken, trekken, bezielen, doordringen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): insuffler
insuffler anglais, insuffler antonyme, insuffler antonymes, insuffler conjugaison, insuffler de l'air, insuffler dictionnaire de langue néerlandais, insuffler en néerlandais
Traductions
- insuffisance en néerlandais - tekortkoming, schaarste, mangel, nood, sof, schaduwzijde, zin, ...
- insuffisant en néerlandais - karig, schraal, onvoldoende, sprietig, kortstondig, mager, bruusk, ...
- insulaire en néerlandais - eiland-, bekrompen, eilanden, insular
- insuline en néerlandais - van insuline, de insuline, insulinebehoefte
Mots aléatoires
Insuffler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: influisteren, suggereren, aangeven, aanwijzen, aanduiden, opperen, aftrekken, laten trekken, trekken, bezielen, doordringen
Traductions: influisteren, suggereren, aangeven, aanwijzen, aanduiden, opperen, aftrekken, laten trekken, trekken, bezielen, doordringen