Intercéda en néerlandais
Traduction: intercéda, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bemiddelde, tussenbeide, bemiddeld, voorbede, voorspraak
Autres langues
Mots associés / Définition (def): intercéda
intercéda antonymes, intercéda grammaire, intercéda mots croisés, intercéda signification, intercéda synonyme, intercéda dictionnaire de langue néerlandais, intercéda en néerlandais
Traductions
- intercède en néerlandais - bemiddelt, voorbede, voorspraak, tussenbeide, pleit
- intercèdent en néerlandais - voorspreken, tussenbeide komen, voorspraak zijn, bemiddelen, voorbede
- intercédai en néerlandais - gebeden, baden, bad, bidden, gebed
- intercédant en néerlandais - voorbede, bemiddelen, voorspraak, interceding, tussenbeide
Mots aléatoires
Intercéda en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bemiddelde, tussenbeide, bemiddeld, voorbede, voorspraak
Traductions: bemiddelde, tussenbeide, bemiddeld, voorbede, voorspraak