Juger en néerlandais

Traduction: juger, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
poging, zinsnede, toets, geloven, denken, proef, inspanning, menen, beschouwen, volzin, vernemen, tellen, zin, begroting, achten, rekenen, rechter, jurylid, keurmeester, oordelen, beoordelen
Juger en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): juger

définition juger, ginie line, juger antonymes, juger citation, juger conjugaison, juger dictionnaire de langue néerlandais, juger en néerlandais

Traductions

  • jugement en néerlandais - gevoel, geest, zin, aanblik, oordeel, volzin, verordenen, ...
  • jugeons en néerlandais - geloven, menen, geloof, mening, van mening
  • jugez en néerlandais - geloven, menen, rechter, jurylid, keurmeester, oordelen, beoordelen
Mots aléatoires
Juger en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: poging, zinsnede, toets, geloven, denken, proef, inspanning, menen, beschouwen, volzin, vernemen, tellen, zin, begroting, achten, rekenen, rechter, jurylid, keurmeester, oordelen, beoordelen