Laisser en néerlandais
Traduction: laisser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
uitkomen, gedogen, verlaten, naargeestig, somber, ophouden, prijsgeven, troosteloos, uitgang, bedanken, uitvallen, vertrekken, overlaten, lossen, woestijn, bevrijding, laten, verlof, achterlaten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): laisser
conjugaison laisser, laisser aller, laisser antonymes, laisser bébé pleurer, laisser conjugaison, laisser dictionnaire de langue néerlandais, laisser en néerlandais
Traductions
- laisse en néerlandais - riem, leiband, lijn, aangelijnd, de lijn
- laissent en néerlandais - gedogen, loslaten, laten, veroorloven, vergunnen, toestaan, toelaten, ...
- laisser-aller en néerlandais - nonchalance, opgeven, nalatigheid, uitvallen, prijsgeven, overlaten, afleggen, ...
- laisser-faire en néerlandais - laissez-faire, laissez faire, laisser faire, laks
Mots aléatoires
Laisser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: uitkomen, gedogen, verlaten, naargeestig, somber, ophouden, prijsgeven, troosteloos, uitgang, bedanken, uitvallen, vertrekken, overlaten, lossen, woestijn, bevrijding, laten, verlof, achterlaten
Traductions: uitkomen, gedogen, verlaten, naargeestig, somber, ophouden, prijsgeven, troosteloos, uitgang, bedanken, uitvallen, vertrekken, overlaten, lossen, woestijn, bevrijding, laten, verlof, achterlaten