Largeur en néerlandais
Traduction: largeur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ruimheid, wijdte, breedtegraad, breedte, uitgestrektheid, baan, breed, breedte van, de breedte
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): largeur
hauteur largeur, largeur antonymes, largeur baignoire, largeur camion, largeur couloir, largeur dictionnaire de langue néerlandais, largeur en néerlandais
Traductions
- largement en néerlandais - ruim, royaal, groot, veelomvattend, uitgestrekt, breedvoerig, wijd, ...
- largesse en néerlandais - toeslag, premie, vrijgevigheid, gulheid, edelmoedigheid, mildheid
- largue en néerlandais - druppels, dalingen, daalt, drops, druppeltjes
- larguer en néerlandais - wrok, vuurzee, verslappen, bevrijding, ontslaan, schieten, loslaten, ...
Mots aléatoires
Largeur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ruimheid, wijdte, breedtegraad, breedte, uitgestrektheid, baan, breed, breedte van, de breedte
Traductions: ruimheid, wijdte, breedtegraad, breedte, uitgestrektheid, baan, breed, breedte van, de breedte