Locution en néerlandais
Traduction: locution, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanzien, taaleigen, frase, betuiging, uitdrukking, air, aanblik, spreekwoord, tongval, uiting, idioom, voorkomen, dialect, zinsnede, gezegde, kijk, zin, de uitdrukking, aanduiding
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): locution
la locution, locution adverbiale, locution antonymes, locution conjonctive, locution définition, locution dictionnaire de langue néerlandais, locution en néerlandais
Traductions
- locomotive en néerlandais - locomotief, motor, motorisch, loc, locomotieven, locomotief van
- locuteur en néerlandais - spreker, luidspreker, speaker, luidsprekers, luidsprekersysteem
- loess en néerlandais - löss, lössregio
- logarithme en néerlandais - logaritme, logaritmische, logaritme met, logaritme van
Mots aléatoires
Locution en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanzien, taaleigen, frase, betuiging, uitdrukking, air, aanblik, spreekwoord, tongval, uiting, idioom, voorkomen, dialect, zinsnede, gezegde, kijk, zin, de uitdrukking, aanduiding
Traductions: aanzien, taaleigen, frase, betuiging, uitdrukking, air, aanblik, spreekwoord, tongval, uiting, idioom, voorkomen, dialect, zinsnede, gezegde, kijk, zin, de uitdrukking, aanduiding