Maîtrisé en néerlandais

Traduction: maîtrisé, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
controle, titel, kop, opdracht, verordenen, aangrijpen, bestuur, commando, vlugheid, gelasten, bevelen, bevel, heerschappij, steel, toezicht, beheersen, meesterschap, beheersing, de beheersing
Maîtrisé en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): maîtrisé

agent de maitrise, agent de maîtrise, agents de maîtrise, je maîtrise, la maîtrise, maîtrisé dictionnaire de langue néerlandais, maîtrisé en néerlandais

Traductions

  • maîtrisait en néerlandais - gemasterd, knie, de knie, onder de knie, beheerst
  • maîtrisant en néerlandais - mastering, masteren, beheersing, beheersen
  • maîtrisent en néerlandais - baas, heer, oorspronkelijk, meester, patroon, rector, grootmeester, ...
  • maîtriser en néerlandais - temmen, mennen, bewind, beheersen, origineel, richten, aanvoeren, ...
Mots aléatoires
Maîtrisé en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: controle, titel, kop, opdracht, verordenen, aangrijpen, bestuur, commando, vlugheid, gelasten, bevelen, bevel, heerschappij, steel, toezicht, beheersen, meesterschap, beheersing, de beheersing