Norme en néerlandais
Traduction: norme, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
normaal, grootte, heerschappij, standaardmaat, roeien, maatstaf, criterium, afmeten, principe, beschikking, afmeting, meten, mate, voorschrift, bestuur, beginsel, standaard, norm, is standaard, standaard-
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): norme
afnor, définition norme, iso, la norme, nfc 15-100, norme dictionnaire de langue néerlandais, norme en néerlandais
Traductions
- normandie en néerlandais - Normandië, Normandie, Normandy, Normandische
- normatif en néerlandais - normatief, normatieve, de normatieve, maatgevend, maatgevende
- norvège en néerlandais - Noorwegen, Norway, voor Noorwegen, Noorwegen Oostenrijk, van noorwegen
- norvégien en néerlandais - Noors, Noor, Noorse, Norwegian, de Noorse
Mots aléatoires
Norme en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: normaal, grootte, heerschappij, standaardmaat, roeien, maatstaf, criterium, afmeten, principe, beschikking, afmeting, meten, mate, voorschrift, bestuur, beginsel, standaard, norm, is standaard, standaard-
Traductions: normaal, grootte, heerschappij, standaardmaat, roeien, maatstaf, criterium, afmeten, principe, beschikking, afmeting, meten, mate, voorschrift, bestuur, beginsel, standaard, norm, is standaard, standaard-