Obturateur en néerlandais
Traduction: obturateur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kruin, luik, top, hoogtepunt, afsluiten, topje, kroon, tip, summum, neus, piek, slot, afknotten, overtreffen, spits, toppunt, sluiter, ontspanknop, sluitertijd, sluiterknop, sluitersnelheid
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): obturateur
bouchon obturateur, cadre obturateur, muscle obturateur, muscle obturateur interne, nerf obturateur, obturateur dictionnaire de langue néerlandais, obturateur en néerlandais
Traductions
- obtient en néerlandais - krijgt, wordt, zet, weer, komt
- obtinrent en néerlandais - verkregen, verkrijgen, wordt verkregen, verkrijgbaar
- obturation en néerlandais - afdichting, verzegelen, verzegeling, afdichten, het verzegelen
- obturer en néerlandais - toedoen, stoppen, stopplaats, staken, afbreken, aanhouden, rob, ...
Mots aléatoires
Obturateur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kruin, luik, top, hoogtepunt, afsluiten, topje, kroon, tip, summum, neus, piek, slot, afknotten, overtreffen, spits, toppunt, sluiter, ontspanknop, sluitertijd, sluiterknop, sluitersnelheid
Traductions: kruin, luik, top, hoogtepunt, afsluiten, topje, kroon, tip, summum, neus, piek, slot, afknotten, overtreffen, spits, toppunt, sluiter, ontspanknop, sluitertijd, sluiterknop, sluitersnelheid