Outilleur en néerlandais
Traduction: outilleur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gereedschapmaker, toolmaker, gereedschapsmaker, van Toolmaker, Toolmaker van de
Autres langues
Mots associés / Définition (def): outilleur
outilleur ajusteur, outilleur antonymes, outilleur aubagnais, outilleur auvergnat, outilleur camion, outilleur dictionnaire de langue néerlandais, outilleur en néerlandais
Traductions
- outillage en néerlandais - betamelijk, accommodatie, inrichting, bewerking, set, adaptatie, stelletje, ...
- outiller en néerlandais - toerusten, uitrusten, uitvoeren, rusten, uit te rusten, te rusten
- outrage en néerlandais - krenken, beledigen, affronteren, verontwaardiging, woede, schande, schandaal, ...
- outrageant en néerlandais - nadelig, beledigend, krenkend, grievend, schandelijk, buitensporig, extravagant, ...
Mots aléatoires
Outilleur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gereedschapmaker, toolmaker, gereedschapsmaker, van Toolmaker, Toolmaker van de
Traductions: gereedschapmaker, toolmaker, gereedschapsmaker, van Toolmaker, Toolmaker van de