Ouvres en néerlandais
Traduction: ouvres, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
openen, open, opendoen, openmaken, openlijk, werken, werk, werkt, werkzaamheden, fabriek
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): ouvres
jour ouvres, jours ouvrables, jours ouvrables ouvres, jours ouvres, jours ouvres 2012, ouvres dictionnaire de langue néerlandais, ouvres en néerlandais
Traductions
- ouvrent en néerlandais - open, openlijk, openmaken, openen, opendoen, geopend, geopende, ...
- ouvrer en néerlandais - praktijk, karwei, werkplek, emplooi, knippatroon, voortbrengen, werk, ...
- ouvreur en néerlandais - opener, flesopener, de opener, eröffner
Mots aléatoires
Ouvres en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: openen, open, opendoen, openmaken, openlijk, werken, werk, werkt, werkzaamheden, fabriek
Traductions: openen, open, opendoen, openmaken, openlijk, werken, werk, werkt, werkzaamheden, fabriek