Passation en néerlandais
Traduction: passation, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
overbrengen, afboeken, overlopen, overgaan, transport, opnemen, oversteken, ondertekening, ondertekenen, het ondertekenen, ondertekenen van, de ondertekening
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): passation
la passation, passation antonymes, passation de commande, passation de consigne, passation de marché, passation dictionnaire de langue néerlandais, passation en néerlandais
Traductions
- passai en néerlandais - doorgegeven, voorbij, verstreken, gepasseerd, overgegaan
- passant en néerlandais - voetganger, voorbijganger, uit, van, vanaf, vanuit, van de
- passe en néerlandais - inhalen, baan, kogelbaan, ontsnapping, om, voor, verleden, ...
- passe-montagne en néerlandais - bivakmuts, balaclava, in Balaclava, van Balaclava
Mots aléatoires
Passation en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: overbrengen, afboeken, overlopen, overgaan, transport, opnemen, oversteken, ondertekening, ondertekenen, het ondertekenen, ondertekenen van, de ondertekening
Traductions: overbrengen, afboeken, overlopen, overgaan, transport, opnemen, oversteken, ondertekening, ondertekenen, het ondertekenen, ondertekenen van, de ondertekening