Peiner en néerlandais
Traduction: peiner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
proberen, objectief, opgave, droefheid, strubbeling, doelwit, vraagstuk, aanleggen, streven, bezwaar, test, doel, aanpassen, rooien, zorgen, kwestie, pijn, de pijn, pijn in, pijn op, pijn te
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): peiner
peine sous l'effort, peiner antonymes, peiner au travail, peiner conjugaison, peiner dictionnaire, peiner dictionnaire de langue néerlandais, peiner en néerlandais
Traductions
- peindre en néerlandais - schetsen, uitschilderen, voetspoor, uitdossen, deuntje, tros, afbakenen, ...
- peine en néerlandais - proef, onderzoeken, proberen, handeling, droefheid, poging, beklagenswaardig, ...
- peins en néerlandais - verven, afschilderen, kleuren, verf, schilderen, uitschilderen, te schilderen, ...
- peint en néerlandais - geschilderd, geschilderde, beschilderd, schilderde, beschilderde
Mots aléatoires
Peiner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: proberen, objectief, opgave, droefheid, strubbeling, doelwit, vraagstuk, aanleggen, streven, bezwaar, test, doel, aanpassen, rooien, zorgen, kwestie, pijn, de pijn, pijn in, pijn op, pijn te
Traductions: proberen, objectief, opgave, droefheid, strubbeling, doelwit, vraagstuk, aanleggen, streven, bezwaar, test, doel, aanpassen, rooien, zorgen, kwestie, pijn, de pijn, pijn in, pijn op, pijn te