Personnel en néerlandais
Traduction: personnel, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
sterkte, kracht, aanduwen, trekken, personeel, macht, opdringen, rukken, geweldpleging, dringen, dwingen, stoten, forceren, ploeg, eigen, doordrukken, staf, medewerkers, het personeel, personeelsleden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): personnel
credit personnel, délégué du personnel, délégués du personnel, le personnel, motif personnel, personnel dictionnaire de langue néerlandais, personnel en néerlandais
Traductions
- personnalité en néerlandais - personage, speler, rol, zelf, geaardheid, aard, merkteken, ...
- personne en néerlandais - geaardheid, persoonlijk, vent, knul, individu, niemendal, speler, ...
- personnelle en néerlandais - staf, personeel, faculteit, persoonlijk, persoonlijke, Personal, Persoonsgegevens, ...
- personnellement en néerlandais - persoonlijk, persoonsgegevens, die persoonlijk, persoonlijke, zien die persoonlijk
Mots aléatoires
Personnel en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: sterkte, kracht, aanduwen, trekken, personeel, macht, opdringen, rukken, geweldpleging, dringen, dwingen, stoten, forceren, ploeg, eigen, doordrukken, staf, medewerkers, het personeel, personeelsleden
Traductions: sterkte, kracht, aanduwen, trekken, personeel, macht, opdringen, rukken, geweldpleging, dringen, dwingen, stoten, forceren, ploeg, eigen, doordrukken, staf, medewerkers, het personeel, personeelsleden