Piquet en néerlandais

Traduction: piquet, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
baan, wachtpost, ambt, heipaal, werkkring, verzenden, opzenden, aanplakken, schildwacht, aperitief, naald, deurpost, opsturen, kegel, staak, versturen, brandstapel, inzet, aandeel, spel staat
Piquet en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): piquet

cloture, cloture bois, grillage, la motte piquet, le piquet, piquet dictionnaire de langue néerlandais, piquet en néerlandais

Traductions

  • piquent en néerlandais - pikken, prikken, priemen, steken, angel, steek, prikkel, ...
  • piquer en néerlandais - knijpen, houweel, wegscheuren, hechtenis, afkluiven, oprapen, arrestatie, ...
  • piqueter en néerlandais - stip, oog, piket, paal, voorpost, picket, paaltjes
  • piqueté en néerlandais - picketed, postten
Mots aléatoires
Piquet en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: baan, wachtpost, ambt, heipaal, werkkring, verzenden, opzenden, aanplakken, schildwacht, aperitief, naald, deurpost, opsturen, kegel, staak, versturen, brandstapel, inzet, aandeel, spel staat