Porte en néerlandais
Traduction: porte, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
portier, toegang, poort, wit, honk, haven, port, entree, ingang, draaihek, doel, deur, doelstelling, doelwit, deuropening, gate, hek, de poort
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): porte
blanche porte, brico depot, ikea, la blanche porte, leroy merlin, porte dictionnaire de langue néerlandais, porte en néerlandais
Traductions
- portant en néerlandais - kerel, sujet, persoon, vent, anker, snuiter, lager, ...
- portatif en néerlandais - beweeglijk, draagbaar, beweegbaar, mobiel, roerend, los, portable, ...
- porte-avions en néerlandais - brievenbesteller, postbode, vervoerder, drager, vliegdekschip, vliegdekschepen, het vliegdekschip, ...
- porte-bagages en néerlandais - drager, postbode, brievenbesteller, vervoerder, rek, rack, reclamekaarten, ...
Mots aléatoires
Porte en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: portier, toegang, poort, wit, honk, haven, port, entree, ingang, draaihek, doel, deur, doelstelling, doelwit, deuropening, gate, hek, de poort
Traductions: portier, toegang, poort, wit, honk, haven, port, entree, ingang, draaihek, doel, deur, doelstelling, doelwit, deuropening, gate, hek, de poort