Près en néerlandais
Traduction: près, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schier, dichtdoen, zowat, nabij, toedoen, komend, om, aanstaand, bij, tot, besluiten, naar, bijna, sluiten, aan, eerstvolgend, dicht, dichtbij, nauw, de buurt
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): près
artigues près bordeaux, au près, au près de, de plus près, extrêmement, près dictionnaire de langue néerlandais, près en néerlandais
Traductions
- prusse en néerlandais - Pruisen, Prussia, van Pruisen, Pruissen
- prussien en néerlandais - Pruisisch, Pruis, Pruisische, prussian, Pruisen
- pré en néerlandais - grasland, weide, weiland, beemd, wei, meadow
- préalable en néerlandais - voorgaand, verleden, voorbarig, preliminair, voorspel, inleidend, vorig, ...
Mots aléatoires
Près en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schier, dichtdoen, zowat, nabij, toedoen, komend, om, aanstaand, bij, tot, besluiten, naar, bijna, sluiten, aan, eerstvolgend, dicht, dichtbij, nauw, de buurt
Traductions: schier, dichtdoen, zowat, nabij, toedoen, komend, om, aanstaand, bij, tot, besluiten, naar, bijna, sluiten, aan, eerstvolgend, dicht, dichtbij, nauw, de buurt