Prochaine en néerlandais

Traduction: prochaine, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanliggend, bijna, naburig, sluiten, komend, dichtmaken, ernaast, toedoen, aangrenzend, eerstkomend, welhaast, dichtdoen, daarnaast, naast, dichtbij, hiernaast, volgende, volgend, komende, de volgende
Prochaine en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): prochaine

a la prochaine, horoscope semaine, horoscope semaine prochaine, la semaine prochaine, meteo semaine prochaine, prochaine dictionnaire de langue néerlandais, prochaine en néerlandais

Traductions

  • processus en néerlandais - poging, stichten, proefstuk, pak, stelletje, rechtszaak, verbetering, ...
  • prochain en néerlandais - hiernaast, aanstaand, dichtbij, achtervolging, verschiet, aangrenzend, naburig, ...
  • proche en néerlandais - schier, aanliggend, aanverwant, om, tegen, naast, welhaast, ...
  • proches en néerlandais - dicht, dichtbij, sluiten, nauw, de buurt
Mots aléatoires
Prochaine en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanliggend, bijna, naburig, sluiten, komend, dichtmaken, ernaast, toedoen, aangrenzend, eerstkomend, welhaast, dichtdoen, daarnaast, naast, dichtbij, hiernaast, volgende, volgend, komende, de volgende