Raboteux en néerlandais
Traduction: raboteux, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
grof, lastig, onbewerkt, stuurs, wrang, honds, rauw, cru, bars, ruw, ruig, hardhandig, zuur, onbehouwen, nurks, onaardig, ruige, robuuste, robuust
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): raboteux
ongle raboteux, platre raboteux, raboteux antonymes, raboteux champignon, raboteux en arabe, raboteux dictionnaire de langue néerlandais, raboteux en néerlandais
Traductions
- raboteur en néerlandais - schaafmachine, schaaf, planer, frees, schaafmachine van
- raboteuse en néerlandais - commode, ladenkast, dressoir, opmaker, dresser
- rabougri en néerlandais - dwerg, minuscuul, aardmannetje, gnoom, dwergachtig, onvolgroeide, onvolgroeid, ...
- rabrouer en néerlandais - afsnauwen, afpoeieren, stompe, affront, snub, stomp
Mots aléatoires
Raboteux en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: grof, lastig, onbewerkt, stuurs, wrang, honds, rauw, cru, bars, ruw, ruig, hardhandig, zuur, onbehouwen, nurks, onaardig, ruige, robuuste, robuust
Traductions: grof, lastig, onbewerkt, stuurs, wrang, honds, rauw, cru, bars, ruw, ruig, hardhandig, zuur, onbehouwen, nurks, onaardig, ruige, robuuste, robuust