Raccrocher en néerlandais
Traduction: raccrocher, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
handigheid, leggen, benutten, hangen, slag, aandoen, opleggen, toepassen, zetten, aanwenden, ophangen, te hangen, op te hangen, hang op
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): raccrocher
raccrocher anglais, raccrocher antonymes, raccrocher au nez, raccrocher au nez en anglais, raccrocher c'est une erreur, raccrocher dictionnaire de langue néerlandais, raccrocher en néerlandais
Traductions
- raccoutrer en néerlandais - eindje, onderdeel, tijd, bonk, deel, homp, stuk, ...
- raccroc en néerlandais - bof, fortuinlijkheid, lot, buitenkansje, uitzicht, mazzel, tref, ...
- race en néerlandais - geboorte, deuntje, opkweken, deun, alledaags, afwisseling, stengel, ...
- rachat en néerlandais - loskopen, amortisatie, vrijkopen, losgeld, afschrijving, aflossing, afkopen, ...
Mots aléatoires
Raccrocher en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: handigheid, leggen, benutten, hangen, slag, aandoen, opleggen, toepassen, zetten, aanwenden, ophangen, te hangen, op te hangen, hang op
Traductions: handigheid, leggen, benutten, hangen, slag, aandoen, opleggen, toepassen, zetten, aanwenden, ophangen, te hangen, op te hangen, hang op