Remporter en néerlandais
Traduction: remporter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opheffen, halen, toegeven, elimineren, veroveren, voordeel, eisen, verschaffen, toucheren, vereisen, verwekken, toelaten, aannemen, moeten, baat, aanbrengen, overwinning, winnen, Win, winst, wint
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): remporter
rapporter conjugaison, remporter antonymes, remporter en anglais, remporter en espagnol, remporter grammaire, remporter dictionnaire de langue néerlandais, remporter en néerlandais
Traductions
- remporte en néerlandais - Overwinningen, wins, wint, gewonnen, winsten
- remportent en néerlandais - dragen, brengen, verdragen, voeren, voorhebben, gewonnen, won, ...
- remportez en néerlandais - brengen, voorhebben, verdragen, dragen, voeren, overwinning, winnen, ...
- remportons en néerlandais - voorhebben, verdragen, dragen, brengen, voeren, zijn, bent, ...
Mots aléatoires
Remporter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opheffen, halen, toegeven, elimineren, veroveren, voordeel, eisen, verschaffen, toucheren, vereisen, verwekken, toelaten, aannemen, moeten, baat, aanbrengen, overwinning, winnen, Win, winst, wint
Traductions: opheffen, halen, toegeven, elimineren, veroveren, voordeel, eisen, verschaffen, toucheren, vereisen, verwekken, toelaten, aannemen, moeten, baat, aanbrengen, overwinning, winnen, Win, winst, wint