Reposa en néerlandais
Traduction: reposa, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
uitgerust, rustte, uitgeslapen, uitgeruster, uitgerust bent
Autres langues
Mots associés / Définition (def): reposa
reposa antonymes, reposa clogs, reposa costa rica, reposa grammaire, reposa justice, reposa dictionnaire de langue néerlandais, reposa en néerlandais
Traductions
- reporteur en néerlandais - reporter, verslaggever, journalist, reportergen, rapporteur
- repos en néerlandais - gerustheid, afval, recreatie, staken, gerust, pauze, vrede, ...
- reposai en néerlandais - uitgerust, rustte, uitgeslapen, uitgeruster, uitgerust bent
- reposant en néerlandais - ontspannend, ontspannende, ontspannen, rustgevende, te ontspannen
Mots aléatoires
Reposa en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: uitgerust, rustte, uitgeslapen, uitgeruster, uitgerust bent
Traductions: uitgerust, rustte, uitgeslapen, uitgeruster, uitgerust bent