Roussir en néerlandais
Traduction: roussir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
leerlooien, rijk, looien, vermogend, aanbranden, tanen, kleuren, gefortuneerd, blozen, branden, bruin, bruine, brown
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): roussir
graines à roussir, roussir antonymes, roussir au passé simple, roussir conjugaison, roussir des oignons, roussir dictionnaire de langue néerlandais, roussir en néerlandais
Traductions
- rousseur en néerlandais - roodheid, roodheid van, de roodheid
- roussi en néerlandais - aangebrand, verschroeide, verschroeid, geschroeid, geschroeide
- routage en néerlandais - routing, routering, routeren, verpletteren
- routard en néerlandais - hitchhiker, lifter, de lifter, van de lifter, De Lifter van
Mots aléatoires
Roussir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: leerlooien, rijk, looien, vermogend, aanbranden, tanen, kleuren, gefortuneerd, blozen, branden, bruin, bruine, brown
Traductions: leerlooien, rijk, looien, vermogend, aanbranden, tanen, kleuren, gefortuneerd, blozen, branden, bruin, bruine, brown