Secouer en néerlandais
Traduction: secouer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
beven, aardbeving, schokken, balanceren, choqueren, ontroering, opgooien, rillen, rotsblok, schudden, trillen, bibberen, kwetsen, opstoken, ruk, steen, schud, te schudden, schudt
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): secouer
bebe secouer, bébé secouer, se secouer, secouer antonymes, secouer bébé, secouer dictionnaire de langue néerlandais, secouer en néerlandais
Traductions
- seconder en néerlandais - baten, seconde, schoren, bedienen, tel, voedsel, leuning, ...
- secoue en néerlandais - shakes, schudt, schokken
- secourable en néerlandais - behulpzaam, hulpvaardig, portie, helpen, om, het helpen, helpt
- secourir en néerlandais - uitwinnen, uitsparen, steun, opstoken, volhouden, zorgvuldigheid, bijstand, ...
Mots aléatoires
Secouer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: beven, aardbeving, schokken, balanceren, choqueren, ontroering, opgooien, rillen, rotsblok, schudden, trillen, bibberen, kwetsen, opstoken, ruk, steen, schud, te schudden, schudt
Traductions: beven, aardbeving, schokken, balanceren, choqueren, ontroering, opgooien, rillen, rotsblok, schudden, trillen, bibberen, kwetsen, opstoken, ruk, steen, schud, te schudden, schudt