Servir en néerlandais
Traduction: servir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
helpen, uitvoeren, hulp, toeverlaat, verzorgen, bijstaan, doen, toedoen, assistentie, heul, hand, aanreiken, schenken, werken, assisteren, bijstand, giet het, gieten, giet ze, giet dit, giet
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): servir
ca peut servir, comment se servir, conjugaison servir, peut servir, protéger et servir, servir dictionnaire de langue néerlandais, servir en néerlandais
Traductions
- servilement en néerlandais - slaafs, slaafse, slaafs te, het slaafs
- servilité en néerlandais - slaafsheid, onderdanigheid, dienstbaarheid, serviliteit, onderworpenheid
- servirent en néerlandais - geserveerd, gediend, diende, bediend, gepresenteerd
- serviteur en néerlandais - dienstmeisje, knecht, meid, knaap, bediende, dienaar, jongen, ...
Mots aléatoires
Servir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: helpen, uitvoeren, hulp, toeverlaat, verzorgen, bijstaan, doen, toedoen, assistentie, heul, hand, aanreiken, schenken, werken, assisteren, bijstand, giet het, gieten, giet ze, giet dit, giet
Traductions: helpen, uitvoeren, hulp, toeverlaat, verzorgen, bijstaan, doen, toedoen, assistentie, heul, hand, aanreiken, schenken, werken, assisteren, bijstand, giet het, gieten, giet ze, giet dit, giet