Singulier en néerlandais

Traduction: singulier, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verdacht, persoon, sporadisch, vreemdsoortig, amusant, uitheems, ongehuwd, grappig, knul, ongemeen, individueel, eigenaardig, één, vermakelijk, schaars, kolossaal, enkelvoud, enkelvoudige, singuliere, enkelvoudig, uniek
Singulier en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): singulier

accord singulier pluriel, art singulier, au singulier, définition singulier, exercice singulier pluriel, singulier dictionnaire de langue néerlandais, singulier en néerlandais

Traductions

  • singulariser en néerlandais - onderkennen, onderscheiden, uitkiezen, uitkiezend, de afzonderlijke vermelding, afzonderlijke vermelding, afzonderlijke vermelding van
  • singularité en néerlandais - branche, rariteit, tak, vak, nieuwsgierigheid, afdeling, weetgierigheid, ...
  • singulièrement en néerlandais - buitengewoon, uitermate, extreem, bijzonder, allemachtig, uiterst, ongemeen, ...
  • sinistre en néerlandais - nors, triestig, afgrijselijk, akelig, ongelukkige, stuurs, mistroostig, ...
Mots aléatoires
Singulier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verdacht, persoon, sporadisch, vreemdsoortig, amusant, uitheems, ongehuwd, grappig, knul, ongemeen, individueel, eigenaardig, één, vermakelijk, schaars, kolossaal, enkelvoud, enkelvoudige, singuliere, enkelvoudig, uniek