Sursis en néerlandais

Traduction: sursis, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
logeren, houden, behouden, uitstel, afwachten, verschuiven, overblijven, besnoeiing, overhouden, achteruitgang, vertragen, rust, verdragen, conserveren, goedvinden, verdagen, gratie, uitstel van executie, reprieve, krijgen uitstel
Sursis en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): sursis

28 jours, avec sursis, en sursis, le sursis, mort en sursis, sursis dictionnaire de langue néerlandais, sursis en néerlandais

Traductions

  • surseyons en néerlandais - verschuiven, verdagen, vertragen, verlet, vertraging, uitstel, aanhouden, ...
  • sursit en néerlandais - van een verblijf, van een verblijf van
Mots aléatoires
Sursis en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: logeren, houden, behouden, uitstel, afwachten, verschuiven, overblijven, besnoeiing, overhouden, achteruitgang, vertragen, rust, verdragen, conserveren, goedvinden, verdagen, gratie, uitstel van executie, reprieve, krijgen uitstel