Survie en néerlandais

Traduction: survie, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
overleving, standhouden, doorleven, overleven, beleven, doormaken, survival, voortbestaan, overlevingskansen
Survie en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): survie

couteau, guide survie, instinct, instinct de survie, kit de survie, survie dictionnaire de langue néerlandais, survie en néerlandais

Traductions

  • survenir en néerlandais - checken, gebeuren, ontstaan, controleren, nakijken, aflezen, voorkomen, ...
  • survenue en néerlandais - vlaag, offensief, aanval, opgetreden, voorgedaan, plaatsgevonden, voorgekomen, ...
  • survirer en néerlandais - overstuur, oversteer, overstuur te, van overstuur, oversturen
  • survis en néerlandais - standhouden, beleven, overleven, doorleven, doormaken, te overleven, kunnen overleven, ...
Mots aléatoires
Survie en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: overleving, standhouden, doorleven, overleven, beleven, doormaken, survival, voortbestaan, overlevingskansen