Susciter en néerlandais

Traduction: susciter, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanroepen, motiveren, zwepen, opruien, wekken, beuren, opfokken, aanporren, aanleiding, aanwakkeren, bezielen, inspireren, uitbreiden, scheppen, opslaan, uittekenen, te wekken, opwekken, oproepen, op te wekken
Susciter en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): susciter

susciter anglais, susciter antonymes, susciter conjugaison, susciter de l'intérêt, susciter définition, susciter dictionnaire de langue néerlandais, susciter en néerlandais

Traductions

  • susceptibilité en néerlandais - ontvankelijkheid, vatbaarheid, gevoeligheid, de gevoeligheid, gevoeligheid voor, susceptibiliteit
  • susceptible en néerlandais - zacht, liefelijk, gunning, gevoelig, delicaat, aanbesteding, offerte, ...
  • suscription en néerlandais - bestuur, raadgeving, aanraden, adviseren, titel, hoofd, directie, ...
  • suspect en néerlandais - aardig, komisch, twijfelachtig, moppig, zonderling, verdenken, achterdochtig, ...
Mots aléatoires
Susciter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanroepen, motiveren, zwepen, opruien, wekken, beuren, opfokken, aanporren, aanleiding, aanwakkeren, bezielen, inspireren, uitbreiden, scheppen, opslaan, uittekenen, te wekken, opwekken, oproepen, op te wekken