Tarder en néerlandais
Traduction: tarder, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verlet, keet, vertragen, schromen, weifelen, zwichten, aarzelen, kraam, wankelen, schoorvoeten, verdaging, schuur, stalletje, tent, wiebelen, verdagen, vertraging, uitstel, oponthoud, delay, vertragingstijd
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tarder
ne saurait tarder, ne serait tarder, sans tarder, saurait tarder, serait tarder, tarder dictionnaire de langue néerlandais, tarder en néerlandais
Traductions
- tarabuster en néerlandais - kwellen, pestering, pesten, pesterijen, lastig vallen, medemensen lastig
- tard en néerlandais - laat, vergevorderd, onlangs, te laat, late, eind, de late
- tardif en néerlandais - vergevorderd, onlangs, laat, te laat, late, eind, de late
- tare en néerlandais - fout, oog, boeg, wandluis, nadeel, gebrek, tekortkoming, ...
Mots aléatoires
Tarder en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verlet, keet, vertragen, schromen, weifelen, zwichten, aarzelen, kraam, wankelen, schoorvoeten, verdaging, schuur, stalletje, tent, wiebelen, verdagen, vertraging, uitstel, oponthoud, delay, vertragingstijd
Traductions: verlet, keet, vertragen, schromen, weifelen, zwichten, aarzelen, kraam, wankelen, schoorvoeten, verdaging, schuur, stalletje, tent, wiebelen, verdagen, vertraging, uitstel, oponthoud, delay, vertragingstijd