Titulaire en néerlandais
Traduction: titulaire, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
houder, drager, aanwezige, eigenaar, foedraal, schede, houder van, de houder
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): titulaire
agent non titulaire, changement carte grise, changement de titulaire, changement titulaire orange, changement titulaire sfr, titulaire dictionnaire de langue néerlandais, titulaire en néerlandais
Traductions
- titré en néerlandais - getiteld, adellijke titel, een adellijke titel, titel, met een adellijke titel
- tituber en néerlandais - zwiepen, slingeren, zwieren, zwaaien, wankelen, spreiden, verspringend, ...
- tiède en néerlandais - lauw, zachtzinnig, onverschillig, zachtmoedig, apathisch, ongevoelig, lusteloos, ...
- tiédeur en néerlandais - apathie, flegma, dofheid, wezenloosheid, lusteloosheid, nonchalance, lauwheid
Mots aléatoires
Titulaire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: houder, drager, aanwezige, eigenaar, foedraal, schede, houder van, de houder
Traductions: houder, drager, aanwezige, eigenaar, foedraal, schede, houder van, de houder