Tolérer en néerlandais

Traduction: tolérer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
erkennen, toelaten, beekje, verdragen, aanhouden, achterlijf, wachten, harden, standhouden, opbrengen, laten, velen, onderbuik, dragen, doorstaan, kraam, tolereren, dulden, verdraagt, te tolereren
Tolérer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): tolérer

tolérer antonyme, tolérer antonymes, tolérer c'est offenser, tolérer c'est offenser goethe, tolérer conjugaison, tolérer dictionnaire de langue néerlandais, tolérer en néerlandais

Traductions

  • tolérant en néerlandais - verdraagzaam, tolerant, tolerante, toleranter, verdraagzame
  • tolérante en néerlandais - verdraagzaam, tolerant, tolerante, toleranter, verdraagzame
  • tolérez en néerlandais - tolereren, dulden, verdragen, aanzien, toelaten, velen, lijden, ...
  • tolérons en néerlandais - aanzien, lijden, tolereren, verdragen, velen, toelaten, dulden, ...
Mots aléatoires
Tolérer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: erkennen, toelaten, beekje, verdragen, aanhouden, achterlijf, wachten, harden, standhouden, opbrengen, laten, velen, onderbuik, dragen, doorstaan, kraam, tolereren, dulden, verdraagt, te tolereren