Travaillai en néerlandais
Traduction: travaillai, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
moeizaam, gearbeid, gewerkt, werkte, werkten
Autres langues
Mots associés / Définition (def): travaillai
elle travaillai, j'ai travaillé, je travaillai, travaillai antonymes, travaillai grammaire, travaillai dictionnaire de langue néerlandais, travaillai en néerlandais
Traductions
- travail en néerlandais - toestand, verzenden, klus, post, toer, fabricage, deurpost, ...
- travailla en néerlandais - werkte, gewerkt, werkten, samengewerkt, gewerkte
- travaillant en néerlandais - werkend, werkzaam, werk-, werken, werkt
- travaille en néerlandais - fabriek, werken, oeuvre, werkend, werkzaam, werk-, werkt
Mots aléatoires
Travaillai en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: moeizaam, gearbeid, gewerkt, werkte, werkten
Traductions: moeizaam, gearbeid, gewerkt, werkte, werkten