Travailleur en néerlandais

Traduction: travailleur, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bediende, arbeider, werker, schrift, werkkracht, arbeidzaam, werkzaam, employé, ijverig, hand, overhandigen, naarstig, vlijtig, proletariër, werknemer, nijver, hardwerkend, hard werken, hardwerkende, harde werken, hard werkend
Travailleur en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): travailleur

aide travailleur handicapé, formation travailleur handicapé, foyer, foyer jeune travailleur, foyer travailleur, travailleur dictionnaire de langue néerlandais, travailleur en néerlandais

Traductions

  • travaillent en néerlandais - maken, voortbrengen, emplooi, werken, arbeid, karwei, werk, ...
  • travailler en néerlandais - opheffen, bezighouden, opeisen, beschouwen, uitkiezen, bouwen, beoefenen, ...
  • travaillez en néerlandais - maken, werken, werkplek, karwei, arbeid, werk, emplooi, ...
  • travaillons en néerlandais - arbeid, maken, werken, werkplek, functioneren, voortbrengen, emplooi, ...
Mots aléatoires
Travailleur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bediende, arbeider, werker, schrift, werkkracht, arbeidzaam, werkzaam, employé, ijverig, hand, overhandigen, naarstig, vlijtig, proletariër, werknemer, nijver, hardwerkend, hard werken, hardwerkende, harde werken, hard werkend