Tresse en néerlandais
Traduction: tresse, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bips, kronkelen, staart, zitvlak, foefje, kont, achterste, vlechten, schaduwen, steel, vlecht, plait, plooi, gevlochten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tresse
chignon, chignon tresse, coiffure, faire une tresse, la tresse, tresse dictionnaire de langue néerlandais, tresse en néerlandais
Traductions
- tressaillement en néerlandais - aanbreken, begin, trilling, aanvangen, bekoelen, ontroering, vibratie, ...
- tressaillir en néerlandais - beven, ingaan, trillingen, huiveren, aanvang, aanhef, aanbreken, ...
- tresser en néerlandais - foefje, kronkelen, weven, vlechten, vlecht, plait, plooi, ...
- treuil en néerlandais - lier, winch, kruk, ankerlier, takel
Mots aléatoires
Tresse en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bips, kronkelen, staart, zitvlak, foefje, kont, achterste, vlechten, schaduwen, steel, vlecht, plait, plooi, gevlochten
Traductions: bips, kronkelen, staart, zitvlak, foefje, kont, achterste, vlechten, schaduwen, steel, vlecht, plait, plooi, gevlochten