Troublé en néerlandais
Traduction: troublé, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opschudding, saai, overvloed, rotzooi, troebel, moes, simpel, modderig, onrust, herrie, storing, bewolkt, onnozel, doolhof, vervelend, melig, wanorde, stoornis, aandoening, ziekte, stoornissen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): troublé
bipolaire, bubble, bubble trouble, eau trouble, izia, troublé dictionnaire de langue néerlandais, troublé en néerlandais
Traductions
- troublant en néerlandais - verontrustende, storende, verontrustend, storend, verstorende
- troublante en néerlandais - verontrustende, storende, verontrustend, storend, verstorende
- trouble-fête en néerlandais - spelbreker, spoilsport, spelbreker te, spelbreker gezien, spelbreker kunnen
- troublent en néerlandais - verstoren, storen, verstoord, te verstoren, verstoort
Mots aléatoires
Troublé en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opschudding, saai, overvloed, rotzooi, troebel, moes, simpel, modderig, onrust, herrie, storing, bewolkt, onnozel, doolhof, vervelend, melig, wanorde, stoornis, aandoening, ziekte, stoornissen
Traductions: opschudding, saai, overvloed, rotzooi, troebel, moes, simpel, modderig, onrust, herrie, storing, bewolkt, onnozel, doolhof, vervelend, melig, wanorde, stoornis, aandoening, ziekte, stoornissen