Troupe en néerlandais
Traduction: troupe, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schare, groepering, menigte, troep, team, boel, kudde, inpakken, stapel, verpakken, tas, hoop, overvloed, roedel, politiepatrouille, groep, gezelschap, troep verklede toneelspelers, dansgroep
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): troupe
la troupe, moliere, molière, robin des bois, transport de troupe, troupe dictionnaire de langue néerlandais, troupe en néerlandais
Traductions
- troublés en néerlandais - verontrust, veelbewogen, onrustig, onrustige, verontruste
- trouer en néerlandais - pit, kuil, put, gracht, pits
- troupeau en néerlandais - vliegtocht, roedel, tas, leerschool, stapel, kudde, school, ...
- troupes en néerlandais - troepen, manschappen, militairen, soldaten, de troepen
Mots aléatoires
Troupe en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schare, groepering, menigte, troep, team, boel, kudde, inpakken, stapel, verpakken, tas, hoop, overvloed, roedel, politiepatrouille, groep, gezelschap, troep verklede toneelspelers, dansgroep
Traductions: schare, groepering, menigte, troep, team, boel, kudde, inpakken, stapel, verpakken, tas, hoop, overvloed, roedel, politiepatrouille, groep, gezelschap, troep verklede toneelspelers, dansgroep