Trousser en néerlandais
Traduction: trousser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
pakken, bundel, software, verpakking, inpakken, computerprogramma, pak, verpakken, pakket, pakje, truss, spant, tros, vakwerk
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): trousser
froisser synonyme, tourner definition, trousser antonymes, trousser définition, trousser grammaire, trousser dictionnaire de langue néerlandais, trousser en néerlandais
Traductions
- trousse en néerlandais - uitrusting, stel, set, stelletje, complet, kit, pakket
- trousseau en néerlandais - set, stelletje, pak, overvloed, pakje, mutsaard, brandstapel, ...
- trouva en néerlandais - oprichten, gronden, funderen, baseren, stichten, vestigen, gevonden, ...
- trouvable en néerlandais - vindbaar, vindbaar zijn, vindbare, vindbaar is, vindbaar te
Mots aléatoires
Trousser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: pakken, bundel, software, verpakking, inpakken, computerprogramma, pak, verpakken, pakket, pakje, truss, spant, tros, vakwerk
Traductions: pakken, bundel, software, verpakking, inpakken, computerprogramma, pak, verpakken, pakket, pakje, truss, spant, tros, vakwerk