Tuteurer en néerlandais
Traduction: tuteurer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
staak, heipaal, post, weddenschap, deurpost, stijl, paal, brandstapel, inzet, aandeel, spel staat
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): tuteurer
tuteurer antonymes, tuteurer concombre, tuteurer définition, tuteurer grammaire, tuteurer la vigne, tuteurer dictionnaire de langue néerlandais, tuteurer en néerlandais
Traductions
- tutelle en néerlandais - toeverlaat, bewaring, hechtenis, begunstiging, hoederecht, mecenaat, hoede, ...
- tuteur en néerlandais - beheerder, weddenschap, beschermer, bewaker, ondersteuning, schragen, stelletje, ...
- tutoyer en néerlandais - twaalftal, dozijn
- tutélaire en néerlandais - bescherm-, tutelary, beschermgod, bescherm, beschermgeesten
Mots aléatoires
Tuteurer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: staak, heipaal, post, weddenschap, deurpost, stijl, paal, brandstapel, inzet, aandeel, spel staat
Traductions: staak, heipaal, post, weddenschap, deurpost, stijl, paal, brandstapel, inzet, aandeel, spel staat