Vivres en néerlandais
Traduction: vivres, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voeding, eten, spijs, gerecht, voedingsmiddel, kost, voeder, voer, etenswaar, voedsel, levensmiddelen, voedingsmiddelen, levensmiddelen die
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): vivres
aux vivres, david olère, des vivres, les vivres, magasin aux vivres, vivres dictionnaire de langue néerlandais, vivres en néerlandais
Traductions
- vivre en néerlandais - aanhouden, beklijven, volhouden, hoeden, uithouden, steunen, schoren, ...
- vizir en néerlandais - vizier, meer vizier, grootvizier
- viêt-nam en néerlandais - Vietnam, van vietnam, in Vietnam
Mots aléatoires
Vivres en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voeding, eten, spijs, gerecht, voedingsmiddel, kost, voeder, voer, etenswaar, voedsel, levensmiddelen, voedingsmiddelen, levensmiddelen die
Traductions: voeding, eten, spijs, gerecht, voedingsmiddel, kost, voeder, voer, etenswaar, voedsel, levensmiddelen, voedingsmiddelen, levensmiddelen die