Voiler en néerlandais
Traduction: voiler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vacht, omslag, onbekend, deken, huichelen, bordje, bedekking, ontveinzen, schaduw, wolk, floers, voile, uithangbord, huid, bedekken, bord, sluier, voorhangsel, voorhang, zeil
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): voiler
beurette voiler, boiler room, femme voiler, se voiler, voiler antonymes, voiler dictionnaire de langue néerlandais, voiler en néerlandais
Traductions
- voila en néerlandais - hier, verwachten, eruitzien, verbeiden, afhalen, air, uitzicht, ...
- voile en néerlandais - voorhangsel, gordijn, beeldscherm, voile, omsluieren, bedekking, sluier, ...
- voilette en néerlandais - sluier, omsluieren, sluieren, voile, floers, voorhangsel, voorhang, ...
- voilure en néerlandais - linnen, zeilen, zeil, doek, velum, baldakijn, luifel, ...
Mots aléatoires
Voiler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vacht, omslag, onbekend, deken, huichelen, bordje, bedekking, ontveinzen, schaduw, wolk, floers, voile, uithangbord, huid, bedekken, bord, sluier, voorhangsel, voorhang, zeil
Traductions: vacht, omslag, onbekend, deken, huichelen, bordje, bedekking, ontveinzen, schaduw, wolk, floers, voile, uithangbord, huid, bedekken, bord, sluier, voorhangsel, voorhang, zeil