Rana na nizozemskom
Prijevod: rana, Rječnik: hrvatski » nizozemski
Izvorni jezik:
hrvatski
Ciljani jezik:
nizozemski
Prijevodi:
zetten, afbreuk, kwetsuur, verkleinen, prikken, nadeel, maaien, schade, inkrimpen, blessure, houwen, steken, aanschieten, gewond, lijden, verwonding, wond, wonde, gewikkeld, gewikkelde, wonden
Povezane riječi
Drugi jezici
Povezane riječi: rana
trudnoća, rana trudnoća, rana trudnoca, rana rječnik nizozemski, rana na nizozemskom
Prijevodi
- ramenu na nizozemskom - schouder, de schouder, schouders, schoudertas, shoulder
- rampa na nizozemskom - aanlegplaats, perron, wal, kade, pier, kaai, oprit, ...
- ranac na nizozemskom - uitrusting, knapzak, ransel, rugzak, rug zak, backpack, rugtas
- rane na nizozemskom - kwetsuur, verwonden, blessure, verwonding, kwetsen, aanschieten, vroeg, ...
Nasumične riječi
Rana na nizozemskom - Rječnik: hrvatski » nizozemski
Prijevodi: zetten, afbreuk, kwetsuur, verkleinen, prikken, nadeel, maaien, schade, inkrimpen, blessure, houwen, steken, aanschieten, gewond, lijden, verwonding, wond, wonde, gewikkeld, gewikkelde, wonden
Prijevodi: zetten, afbreuk, kwetsuur, verkleinen, prikken, nadeel, maaien, schade, inkrimpen, blessure, houwen, steken, aanschieten, gewond, lijden, verwonding, wond, wonde, gewikkeld, gewikkelde, wonden