Árstíð á hollensku
Þýðing: árstíð, Orðabók: íslenska » hollenska
Upprunalega tungumál:
íslenska
Markmiðs Tungumál:
hollenska
Þýðingar:
afstemmen, kruiden, aanpassen, monteren, adapteren, jaargetijde, seizoen, aanbrengen, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen
Skyld orð
Önnur tungumál
Skyld orð: árstíð
árstíð tungumála orðabók hollenska, árstíð á hollensku
Þýðingar
- árla á hollensku - vroeg, vroegtijdig, pril, vroege, begin, begin van
- árstími á hollensku - aanpassen, monteren, seizoen, adapteren, kruiden, aanbrengen, jaargetijde, ...
- ártal á hollensku - jaar, Bouwjaar, Verschijningsjaar, oud, jaar van
- árás á hollensku - vlaag, aangrijpen, tackelen, aanvallen, offensief, aantasten, aanval, ...
Orð af handahófi
Árstíð á hollensku - Orðabók: íslenska » hollenska
Þýðingar: afstemmen, kruiden, aanpassen, monteren, adapteren, jaargetijde, seizoen, aanbrengen, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen
Þýðingar: afstemmen, kruiden, aanpassen, monteren, adapteren, jaargetijde, seizoen, aanbrengen, het seizoen, hoog, geëindigd seizoen, van het seizoen