Chiamare in olandese
Traduzione: chiamare, Dizionario: italiano » olandese
Lingua di partenza:
italiano
Lingua di destinazione:
olandese
Traduzioni:
kreet, naamwoord, beugel, ring, heten, opbellen, wal, noemen, roep, telefoneren, telefoon, troep, schreeuw, benoemen, schare, naam, toeroepen, roepen, uitroepen
Parole correlate
Altre lingue
Parole correlate: chiamare
a chiamare, chiamare anonimo, chiamare antonimi, chiamare casa, chiamare con anonimo, chiamare dizionario di lingua olandese, chiamare in olandese
Traduzioni
- chiacchiera in olandese - keuvelen, babbelen, kout, gepraat, gebabbel, gekeuvel, praten, ...
- chiacchierare in olandese - kakement, gepraat, kletsen, gebabbel, praatje, snappen, kwaadspreken, ...
- chiamata in olandese - opbellen, rechtsmiddel, kreet, appelleren, roepen, heten, roep, ...
- chiarezza in olandese - helderheid, klaarheid, duidelijkheid, de duidelijkheid, duidelijk
Parole a caso
Chiamare in olandese - Dizionario: italiano » olandese
Traduzioni: kreet, naamwoord, beugel, ring, heten, opbellen, wal, noemen, roep, telefoneren, telefoon, troep, schreeuw, benoemen, schare, naam, toeroepen, roepen, uitroepen
Traduzioni: kreet, naamwoord, beugel, ring, heten, opbellen, wal, noemen, roep, telefoneren, telefoon, troep, schreeuw, benoemen, schare, naam, toeroepen, roepen, uitroepen