Årsag in het nederlands
Vertaling: årsag, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beleggen, veroorzaken, aanrichten, aandoen, reden, redelijkheid, verstand, veldtocht, gerechtszaak, laten, oorzaak, teweegbrengen, doen, beweegreden, maken, houden, zaak, want
Verwante woorden
Vertalingen
- århundrede in het nederlands - eeuw, honderd, eeuwse, eeuws
- årlig in het nederlands - jaarboek, jaarlijks, jaar-, jaarlijkse, de jaarlijkse, jaar
- årstal in het nederlands - datering, dadel, afspraak, dagtekening, datum, dactylus, jaar
- årstid in het nederlands - afstemmen, monteren, aanpassen, adapteren, kruiden, seizoen, jaargetijde, ...
Willekeurige woorden
Årsag in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: beleggen, veroorzaken, aanrichten, aandoen, reden, redelijkheid, verstand, veldtocht, gerechtszaak, laten, oorzaak, teweegbrengen, doen, beweegreden, maken, houden, zaak, want
Vertalingen: beleggen, veroorzaken, aanrichten, aandoen, reden, redelijkheid, verstand, veldtocht, gerechtszaak, laten, oorzaak, teweegbrengen, doen, beweegreden, maken, houden, zaak, want