Afgørelse in het nederlands
Vertaling: afgørelse, Woordenboek: deens » nederlands
Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
slot, uitspraak, doelwit, beslissing, bedoeling, strekking, besluit, conclusie, doelstelling, honk, vaststelling, doel, Beschikking, Beschikking van
Verwante woorden
Vertalingen
- afgå in het nederlands - afreizen, scheiding, verlof, fiat, vertrekkende, vertrekken, vertrek, ...
- afgøre in het nederlands - besluiten, vaststellen, uitmaken, determineren, beslissen, bepalen, te bepalen, ...
- afkrog in het nederlands - nis, hoek, spleet, gaten, gaatje, cranny, landbouwvoorschriften
- aflevere in het nederlands - bestellen, leveren, overhandigen, afleveren, drop, laten vallen, vallen, ...
Willekeurige woorden
Afgørelse in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: slot, uitspraak, doelwit, beslissing, bedoeling, strekking, besluit, conclusie, doelstelling, honk, vaststelling, doel, Beschikking, Beschikking van
Vertalingen: slot, uitspraak, doelwit, beslissing, bedoeling, strekking, besluit, conclusie, doelstelling, honk, vaststelling, doel, Beschikking, Beschikking van