Bruge in het nederlands

Vertaling: bruge, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
werk, aanwenden, gebruik, aanwerven, benutten, besteden, tewerkstelling, tewerkstellen, exploiteren, aandoen, doorvoeren, leggen, toepassen, huren, uitmelken, opleggen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing
Bruge in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brudstykke in het nederlands - brok, item, deeltje, jaartelling, deel, fragment, fragmentarisch, ...
  • brug in het nederlands - plaats, leggen, betrachten, aanwending, werkkring, zetten, douane, ...
  • brumme in het nederlands - sputteren, mopperen, morren, kankeren, grommen, grom, growl, ...
  • brun in het nederlands - bruin, bruine, brown
Willekeurige woorden
Bruge in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: werk, aanwenden, gebruik, aanwerven, benutten, besteden, tewerkstelling, tewerkstellen, exploiteren, aandoen, doorvoeren, leggen, toepassen, huren, uitmelken, opleggen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing