Gå in het nederlands

Vertaling: gå, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lentemaand, reizen, treffen, werken, verplaatsen, tippelen, aangrijpen, gaan, beweging, ontroeren, marcheren, aandoen, reis, slag, bedrijven, rijden, ga, naar, te gaan, gaat
Gå in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gymnastik in het nederlands - gymnastiek, Gymnastics, turnen, de Gymnastiek, gymnastiek van
  • gynækologi in het nederlands - gynaecologie, vrouwengeneeskunde, voor vrouwengeneeskunde, de gynaecologie, gynaecologische
  • gåde in het nederlands - geheim, geheimenis, mysterie, puzzel, raadsel, confidentie, verborgen, ...
  • gård in het nederlands - landbouwbedrijf, telen, huldebetoon, gerechtshof, oprichten, ra, vrijen, ...
Willekeurige woorden
Gå in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: lentemaand, reizen, treffen, werken, verplaatsen, tippelen, aangrijpen, gaan, beweging, ontroeren, marcheren, aandoen, reis, slag, bedrijven, rijden, ga, naar, te gaan, gaat